-
1 een motor opvoeren
een motor opvoeren -
2 een motor opvoeren
een motor opvoerenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een motor opvoeren
-
3 opvoeren
1 [kracht, omvang doen toenemen; ook m.b.t. de prijs] augmenter2 [ten tonele brengen] exécuter♦voorbeelden:de productie opvoeren • intensifier la productiontot een maximum opvoeren • porter au maximum -
4 opvoeren
1 [kracht/omvang doen toenemen] increase ⇒ step/speed up 〈 de gang van iets〉, accelerate 〈 de gang van iets〉♦voorbeelden:de productie opvoeren • step up production2 de lonen opvoeren • increase/lift wages3 de momenteel opgevoerde toneelstukken • the plays on/running at the moment4 een vakantie opvoeren als zakenreis • claim/enter a holiday as a business trip -
5 einen Motor frisieren
-
6 frisieren
frisieren♦voorbeelden: -
7 Frisur
Frisur〈v.; Frisur, Frisuren〉♦voorbeelden: -
8 die Frisur eines Motors
-
9 hochzüchten
hochzüchten -
10 gonfler
gonfler [gõflee]1 (op)zwellen ⇒ uitzetten, rijzen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 overdrijven ⇒ opblazen, veel ophef maken van♦voorbeelden:1 l'orgueil gonfle son coeur • hij, zij is erg verwaandles noix gonflaient les poches de sa culotte • zijn broekzakken puilden uit van de notengonfler sa poitrine • een hoge borst opzettenses succès l'ont gonflé d' orgueil • door zijn successen loopt hij over van verwaandheid1 (op)zwellen ⇒ uitzetten, rijzen♦voorbeelden:son visage s'est gonflé sous le soleil • door de zon is zijn, haar gezicht opgezetson coeur se gonfle d' espoir • zijn hart wordt vervuld van hoopse gonfler d' orgueil • overlopen van verwaandheidv1) opzwellen, uitzetten2) opblazen, oppompen3) overdrijven4) opvoeren [motor] -
11 trimmen
trimmen♦voorbeelden:2 auf eine harte Linie getrimmt • op een harde lijn afgericht, geschooldjemanden auf Ordnung trimmen • iemand orde leren (houden), inprentenden Motor auf Höchstleistung trimmen • de motor tot maximale prestatie(s) opvoeren
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский